Platform MKW bestaat dit jaar 25 jaar. Beno Munneke was de eerste bestuursvoorzitter van het platform. In die beginjaren wilde het platform vooral positie verwerven voor de kleinere corporaties binnen de sector. En onderzoeken hoe kleine corporaties elkaar zo goed mogelijk konden ondersteunen. ‘De regel was: we beantwoorden elkaar alle vragen, ook de gevoelige.’

Beno Munneke

In mei 1999 stuurde Beno Munneke, toen bestuurder van Woningstichting Talma in Hoogezand, een brief naar Aedes-Magazine. Onder de kop De laatste der Mohikanen: Platform kleine corporaties? vroeg hij zich af ‘of er binnen Aedes ruimte zou zijn voor en behoefte aan een platform voor de kleinen? En hoe zou dat dan kunnen?’.

Reacties

‘Ik had nooit kunnen denken dat die brief zoveel gevolgen zou hebben’, zegt Beno Munneke ‘Van Terschelling tot Zuid-Limburg: het aantal reacties was enorm.’ Een collega-bestuurder stelde voor om bij elkaar te komen, en na een aantal vergaderingen besloot een groepje van bestuurders tot oprichting van het platform.

Positie

De bedoeling achter een apart platform was niet om een wig te drijven tussen de Aedes-leden, maar wel om de positie van de kleinere corporaties veilig te stellen, zegt Munneke. ‘De tendens in die tijd was een beetje: groot staat gelijk aan kwaliteit. Heb je problemen? Fuseer! Dus wij hebben gezegd: we moeten elkaar versterken. Elkaar helpen om het goed te doen, en trots zijn als kleine corporatie.’

Ook gevoelige vragen

In de jaren erna groeide het platform gestaag. ‘Het was een hectische periode. Zoeken naar wat we precies wilden. Het idee was: elkaar ondersteunen, kennis delen en zelfvertrouwen ontwikkelen.’ Op een gegeven moment kwamen er de Kijk bij elkaar-dagen, waarbij leden bij elkaar op bezoek gingen. ‘De regel was: we beantwoorden alle vragen, ook als het gevoelige vragen zijn. Dat was heel waardevol.’

Gevestigd

Bij zijn afscheid acht jaar later kreeg Munneke de Aedes-onderscheiding. ‘Dat liet voor mij zien dat we onze positie hadden gevestigd.’ Hij zet zich overigens nog steeds in voor de maatschappij, als voorzitter van de Voedselbank Midden-Groningen en als voorzitter van de Vrienden van Sprank, een stichting die zich inzet voor mensen met een beperking.

Wat hij het mooiste vond aan werken bij een (kleine) corporatie? ‘Dat je iets kan bijdragen aan het welzijn van bewoners. De menselijke maat. Ik heb ook altijd tegen medewerkers gezegd: als iemand na onze openingstijden aanbelt en we zijn er nog: doe open. Waak voor bureaucratie!’