Wat geef je mee aan je collega’s in de corporatiebranche?

Als je al zo lang in de corporatiebranche als ik heb meegelopen, heb je vrijwel alles al een keer voorbij zien komen. Veel onderwerpen of “hoe de hazen lopen” zijn voor mij zo goed als een open boek geworden en waarin ik geen bijzonderheid meer zie. Dat maakt het moeilijk voor mij om daarin nog een accent te leggen als de vraag wordt gesteld: wat zou je de collega’s nog willen meegeven?

Dat neemt niet weg dat ik nog wel een gedachte over de toekomst van de sector heb en de zaken die daarin een rol spelen en waarop ik zou inzetten. Voorop staat voor mij de betaalbaarheid van de huurwoningen. Vervolgens de nieuwbouwproductie en op een bijna gedeelde tweede plaats, de verduurzaming van het bestaande bezit. Ook ben ik best benieuwd naar wat de ontwikkelingen op ICT gebied nog voor ons in petto hebben en wat dat voor onze medewerkers en huurders betekend. Ik blijf er voorstander van en dat zal wel als old fashioned klinken, blijf ook fysiek in contact met je huurders.

De wederzijdse gevoelde verbinding met onze huurders en medewerkers in fysieke aanwezigheid is wel het grootste goed dat je kunt nastreven. Daarna lukt vrijwel alles.

Waarom MKW?

Hierover kan ik kort zijn. Ik ben altijd bij een kleinere organisatie (tot 5.000 Vhe) werkzaam geweest. Het effect van een kleinere organisatie merkte je in het verleden goed bij de toenmalige brancheorganisaties. Het initiatief om ook kleinere organisaties een serieuze plek toe te bedelen in de vorm van een eigen “branchevereniging”, heb ik destijds dan ook van harte toegejuicht en ben dan ook vanaf het eerste uur lid geworden.

Veel is inmiddels veranderd, maar om in gesprek te kunnen gaan met collega’s in ongeveer dezelfde organisatiegroottes is het MKW nog steeds een groot goed. Levert altijd praktisch toepasbare handvatten op. Het MKW leent zich daartoe bij uitstek.

Waar ben je het meest trots op?

Dat is een vraag waarop ik niet snel een antwoord heb. Natuurlijk heb ik mooie projecten mogen opleveren, organisaties met succes mogen “ombuigen”, maar alles ging in nauwe samenwerking met de collega’s uit de organisatie. Veel is dan ook niet alleen mijn verdienste. Credits gaf ik graag aan collega’s die er écht inhoudelijk mee bezig waren geweest. Misschien is wel het advies uit twee visitatierapporten het meest veelzeggend: “je zou eens wat meer van je successen mogen vieren, maak het zichtbaar”. Kennelijk is mijn opstelling in de optiek van anderen soms wat te bescheiden. Aan de andere kant heb ik uiteindelijk toch vaak zaken naar mijn eigen insteek kunnen invullen en voor elkaar kunnen krijgen zonder daarvoor op de trom te slaan. En dat volstond voor mij. Als de huurders er maar mee werden gediend.

Wat voor mij privé wel een zekere trots is, betreft het feit dat mijn echtgenote en onze drie kinderen met partners allemaal werkzaam zijn in sectoren van het maatschappelijk middenveld. Een dienstbare opstelling als uitgangspunt. Dat zit wel een beetje in het DNA van ons gezin.

En nu?

Een uitgedacht plan heb ik nog niet. Wat ik al wel heb? Ik heb twee drumstellen, één voor de echte rock and roll en één voor het overige werk. Wij hebben ook twee greyhounds die om de nodige beweging vragen. Naast een racefiets heb ik ook een mountainbike om de conditie op peil te houden. Met de “gewone” fiets, niet elektrisch ondersteund, trekken mijn echtgenote en ik er graag op uit. Tenslotte heb ik een aardig stukje tuin en enkele vijvers rondom ons huis, ook dat vraagt regelmatig om onderhoud.

En wat ik aan nieuwe dingen ga doen? Ik ga keyboardles volgen. Naast alleen ritmisch op een drumstel ook melodieën kunnen spelen, is mijn insteek. Daarnaast heb ik veel ervaring in diverse bestuursfuncties in het verenigingsleven. Wellicht bestaat daar ook nog behoefte aan. Tenslotte ga ik op zoek naar activiteiten waarbij het sociaal netwerk nog verder kan worden uitgebouwd.

De verbinding zoeken en vinden, want daar blijf ik energie van krijgen.