Op 11 mei 2017 vond de MKW themabijeenkomst over professionalisering door samenwerking plaats. Samenwerking met collega corporaties is geen doel maar een middel dat meerwaarde dient te bieden aan de huurder. Tegelijkertijd is onderlinge samenwerking ook voor een aantal (kleinere) corporaties noodzaak. Hierbij is een fusie nog steeds de meest gekozen samenwerkingsvorm tussen corporaties onderling. De vraag is echter: op welke gronden biedt welke vorm van samenwerking welke meerwaarde?
Deel I van een verslag in twee delen treft u onderstaand aan. Hierin een korte samenvatting van de middag. En een terugblik op de inleiding door Stefan Cloudt.
Deel II verschijnt binnenkort en zal een toelichting bevatten op de tijdens de themabijeenkomst toegelichte vier samenwerkingsverbanden van MKW corporaties.
Samenwerking vanuit de bedoeling
Na een opening door MKW voorzitter Corry Keulen, nam dagvoorzitter Ton Moors de hamer over. Hij schetste dat wat hem betreft samenwerking altijd vanuit de bedoeling gestart moet worden. De vormgeving is vervolgens een weg die je hebt af te leggen en per situatie afhankelijk is.
Moors: “Het kopiëren van de vorm (bijvoorbeeld fusie) leidt waarschijnlijk niet tot meerwaarde voor de huurders. Het uitwerken van een visie die gestoeld is op de bedoeling hoogstwaarschijnlijk wel!”
Aan de aanwezigen werd de vraag gesteld: Wat bracht je hier? Waarom heb je je aangemeld?
Het blijkt dat het overgrote deel van de aanwezige MKW leden zich oriënteert op een ander samenwerkingsvorm dan fusie.
Vier samenwerkingsverbanden van MKW-leden stelden zich tijdens deze themabijeenkomst voor.
Zij werden alle gevraagd in te gaan op:
De bedoeling van de samenwerking.
De mate van hard en soft controls in het samenwerkingsverband
Waar zit je kwetsbaarheid?
De presentaties door collega corporatie bestuurders (deel II verslag) werden vooraf gegaan door een inleiding van Stefan Cloudt. (Zie onder.)
Conclusie themabijeenkomst
Als conclusie van deze themabijeenkomst kwamen er drie gemene delers naar voren in de vier besproken voorbeelden van samenwerken:
- Er is een verschil in focus tussen volkshuisvestingsaspecten en tussen aspecten van bedrijfsvoering.
- In ieder voorbeeld kwam terug het blíjven vertellen van het verhaal, het blijvend aandacht daaraan geven. Met ieder een eigen metafoor. Van ‘Ontdekkingsreis’, ‘Verminderen van het strafwerk’, de ‘Open relatie’ en de ‘Lokale supermarkt met maatwerk’.
- De behoefte aan vernieuwing. De kern van vernieuwing zit vooral in het op een andere manier het proces aangaan.
Jan van der Spek, De Goede Woning in Rijssen, verwoordde het als volgt: “Doe niet alleen wat aan verlichting van het strafwerk, maar doe vooral wat aan de volkshuisvestingsopgave in relatie tot/met andere partijen uit het maatschappelijke middenveld (onderwijs, zorg). Elkaar versterken op het vonken in plaats van op het vinken (zoals ze in de zorg zeggen). Zelfvertrouwen als basis voor je ambities is daarbij essentieel. Door zelfvertrouwen uit te stralen zelf én in je organisatie, bied en krijg je ook vertrouwen.”
Samenwerkingsvormen kleinere corporaties: Stefan Cloudt
Stefan Cloudt koppelde in zijn bijdrage de resultaten van zijn proefschrift aan eigentijdse samenwerkingsvormen. Hij ontwikkelde een model om de organisatieontwikkeling bij corporaties te kunnen volgen (en sturen) en de relatie tussen organisatieontwikkeling en prestaties op het gebied van effectiviteit en efficiëntie.
Uit het onderzoek blijkt dat:
- Efficiëntie wordt beïnvloed door hard controls. Planmatig en systematisch werken, sturing op efficiëntie en betrekken van belanghebbenden (invloed en positie geven).
- Effectiviteit wordt beïnvloed door soft controls. Door middelen, autonomie en gedrag van medewerkers en de mate waarin de organisatie de klant (of maatschappelijke vragen) centraal stelt in haar dienstverlening.
- Corporaties kunnen tegelijkertijd effectief en efficiënt zijn: 4 van 61 corporaties hebben een pad dat zowel tot hoge klanttevredenheid als tot hoge efficiëntie leidt (klein en vernieuwingsgezind).
Succesfactoren van eigentijds samenwerken
Met behulp van de aanbevelingen uit zijn onderzoek en een literatuuronderzoek gaf Cloudt inzicht in succesfactoren van eigentijds samenwerken:
1. Real-time informatie delen
2. Gezamenlijk maatschappelijk doel nastreven
3. Effectiviteit van de samenwerking centraal stellen
4. Spanning functioneel maken
5. Positieve leeromgeving creëren
6. Leiderschap tonen
Waarbij aanwezigen deze punten aanvulden met:
7. Regie houden
8. Blijven nadenken over nadelen van de samenwerkingsvorm.
9. Behoud couleur locale
10. Je energie steken in daar waar het over gaat, niet in het ‘strafwerk’ dat we de hele dag moeten doen (= alle administratieve verplichtingen)
Eigentijds en (minder) geïnstitutionaliseerde samenwerkingsvormen
Samen met de aanwezigen werd geconcludeerd dat in het verleden fusies de meest gekozen samenwerkingsvormen waren en dat momenteel behoefte is aan eigentijdse (minder geïnstitutionaliseerde) samenwerkingsvormen.
Steeds moet de vraag gesteld worden op welke vraag samenwerking het antwoord is. Verschillende vragen en antwoorden kunnen verschillende samenwerkingsvormen betreffen. En fusie is daarmee niet per definitie hét antwoord.
Cloudt bracht daarom de volgende ordening aan:
- Op de verticale as: Samenwerking met andere corporaties (eigensoortige samenwerkingspartners) Versus samenwerking met andere organisaties in het maatschappelijk middenveld (andersoortige samenwerkingspartners).
- En op de horizontale as: Traditionele samenwerkingsvormen Versus Nieuwe samenwerkingsvormen. De positioneren zichzelf in dit kwadrant, zowel als het gaat om hun huidige samenwerkingsvormen als om de behoefte voor de toekomst. De algehele conclusie luidt dat corporaties zowel op het gebied van de bedrijfsvoering als in hun volkshuisvestelijke taken behoefte hebben aan eigentijdse (lees: minder geïnstitutionaliseerde) samenwerkingsverbanden.