Steeds meer woningcorporaties schrijven bij renovatie of nieuwbouw niet te veel voor, maar vragen de markt om met slimme oplossingen te komen. Woningstichting Barneveld is opdrachtgever van het eerste prefab-zorggebouw van Nederland, dat ook nog eens binnen enkele dagen om te bouwen is tot appartementen of eengezinswoningen. Het complex is geopend in januari 2015, in Kootwijkerbroek.
Koen Boersen, projectontwikkelaar bij de Barneveldse woningcorporatie, vertelt hoe dit tot stand kwam.
Hoe raakte Woningstichting Barneveld betrokken bij dit project?
“Zorginstelling Norschoten vroeg ons dit project te doen: een zorggebouw voor acht cliënten met een lichamelijke beperking en 24 dementerende cliënten. Zij hadden toen al een plan voor het gebouw: 32 kamers, verdeeld over 4 groepen. Maar hun plan was te duur.”
Jullie hadden als nieuwe opdrachtgever vast ook eisen.
“Ja, wij wilden graag een flexibel en duurzaam gebouw, dat ook in de toekomst betaalbaar blijft. Want als het contract van 30 jaar met Norschoten afloopt, vinden we er waarschijnlijk geen andere zorgaanbieder meer voor. En met flexibele bouw kunnen we het pand ombouwen tot ‘gewone’ appartementen of eengezinswoningen.”
Dus toen heeft Woningstichting Barneveld een plan gemaakt?
“Nee, dat hebben we aan de markt overgelaten. We hebben een zogenoemde design & buildvraag uitgezet bij drie partijen. De partij met het beste plan is het geworden. De aannemer heeft er een constructeur en een architect bij gezocht. Vervolgens hebben we een bouwteamovereenkomst gesloten. In dat bouwteam zaten wij als opdrachtgever samen met de aannemer, de architect, de constructeur en de zorgpartij.”
Wiens idee was het om voor een prefab gebouw te kiezen?
“Ons idee. Het scheelt zo’n 5 tot 10 procent in de kosten. In de fabriek bouw je namelijk ‘droog’: je hebt geen last van het weer. En de transportkosten zijn lager. We zijn begonnen in de fabriek en hebben in maart 2014 de eerste elementen ’s nachts, op diepladers, verplaatst. Inmiddels staan alle elementen en zijn we aan het afbouwen.”
Wat voor snufjes zitten er allemaal in het gebouw?
“Het grootste ‘snufje’ is eigenlijk die ombouwbaarheid. Het gebouw bestaat uit een metalen skelet, met vloeren van beton. De wanden zijn gemaakt van geperste houtvezels, bedekt met gipsplaten. Die zijn eenvoudig te verwijderen of te verplaatsen. Ombouwen kan binnen twee dagen. We hebben in het ontwerp ook rekening gehouden met de mogelijkheid er nog een verdieping op te kunnen bouwen. Zo is er in de constructie al ruimte voor een trapgat.”
Het was jullie eerste ervaring met regisserend opdrachtgeverschap. Hebben jullie nog aandachtspunten voor een volgende keer?
“De volgende keer zouden we van tevoren het hele plan, inclusief de kosten, willen vastleggen in een contract. Want het kan onduidelijk zijn welke kosten nu voor onze rekening zijn en welke voor rekening van de zorgpartij. Daarbij hadden wij tot nu toe weinig ervaring met zorg. Praten met andere corporaties met ervaring op dit vlak had ons vast advies kunnen opleveren. Uiteindelijk zijn wij nu zelf ervaringsdeskundige geworden. En nu nodigen andere corporaties ons uit om onze kennis te delen.”
Regisserend opdrachtgeverschap vraagt van de corporatie om andere competenties en een andere manier van werken. Daarom ontwikkelde Aedes met NEVI de leergang Professioneel opdrachtgeverschap. Die is in april van 2015 van start gegaan.
Dit artikel verscheen eerder op de site van Aedes.
Dit is een bericht in de serie Hier staan wij voor, MKW-corporaties laten zien waarop ze trots zijn.